Discriminatie op de werkvloer: waar moet u op letten?

Discriminatie betreft het ongeoorloofd onderscheid maken tussen en achterstellen van (groepen) mensen op basis van kenmerken die in de specifieke situatie niet van belang zijn. Dit vindt helaas ook op de werkvloer nog regelmatig plaats.

Van alle discriminatieklachten die binnenkomen bij het College voor Rechten van de mens, heeft meer dan de helft te maken met arbeid. Discriminatie komt voor gedurende het sollicitatieproces, bij het vaststellen van salaris, bij promoties of ontslaggronden en tijdens het werk zelf (sociale uitsluiting, pesten).

De kenmerken waarop mensen gediscrimineerd worden, zijn zeer uiteenlopend. De Nederlandse wetgeving onderscheidt 13 discriminatiegronden, waarvan ras, geslacht, leeftijd en seksuele geaardheid veruit de meest bekende zijn. Maar wist je dat er daarnaast ook gediscrimineerd kan worden op basis van: politieke overtuiging, godsdienst, levensovertuiging, handicap/chronische ziekte, burgerlijke staat, leeftijd, nationaliteit, arbeidsduur (fulltime of parttime) en het soort contract (vast of tijdelijk)?

Discriminatie op de werkvloer kan voor ernstige mate van psychosociale arbeidsbelasting zorgen, met lichamelijke en psychische klachten tot gevolg. Het is daarom van belang dat u dit als werkgever binnen uw organisatie probeert te voorkomen. U kunt van tevoren de risico’s in kaart brengen door na te gaan welke kenmerken er op uw medewerkers van toepassing zijn, waarop mogelijk ongewenst onderscheid kan worden gemaakt. Neem discriminatie als serieus risico mee in het bepalen van uw arbobeleid. Tot slot zijn de cultuur en waarden van de organisatie van belang: voer als werkgever een zero tolerance beleid.

Wilt u advies over uw arbobeleid ten opzichte van discriminatie? Neem contact op met de BGD NW via info@BGDNW.nl of 0229 – 82 02 30.