Burn-out, wat is het en wat doe je eraan?

Iedereen heeft wel eens een dag dat het wat minder gaat. Moe, gespannen, hoofdpijn, geen puf om te werken… Maar als het gaat om meerdere dagen, weken of misschien zelfs wel maanden, dan zou het kunnen zijn dat je een burn-out hebt.

Een burn-out krijg je heel geleidelijk, dat maakt het lastig om de symptomen in een vroeg stadium te herkennen. Het begint met stress; een natuurlijke reactie op vervelende situaties die ervoor zorgt dat je alert bent en op zoek gaat naar oplossingen. Houdt de stress aan, ook als de vervelende situatie achter de rug is, dan ben je overspannen. Van een burn-out is sprake als de klachten langer dan een half jaar aanhouden.

Bij een burn-out heb je last van de volgende symptomen:

  • Minstens drie spanningsklachten, zoals:
    • Lichamelijk moe, je voelt je uitgeput;
    • Geestelijk moe… Aandacht? Concentratie? Dingen onthouden? Je krijgt het niet meer voor elkaar;
    • Je slaapt onrustig: woelt, piekert en ligt soms uren wakker;
    • Je hebt een heel kort lontje, bij het minste of geringste ben je boos of geïrriteerd;
    • Lawaai of drukte om je heen? Je kan er niet tegen;
    • Er hoeft maar iets te gebeuren, en je barst in tranen uit;
    • Je hoofd gaat maar door, je piekert en krijgt je gedachten niet stil;
    • Je hebt last van een gejaagd gevoel, continu het idee dat je iets moet.
  • Je hebt het gevoel geen grip meer te hebben op de dagelijkse problemen, alsof je de controle over je leven verliest.
  • De dagelijkse bezigheden kosten moeite. Werk, thuis, het onderhouden van je sociale contacten, het lukt je niet meer om ze uit te voeren. Laat staan ze goed uit te voeren.
  • Ook lichamelijk kan je klachten ervaren, zoals hoofdpijn, pijn in je buik of maag, hartkloppingen of duizelingen.

Een burn-out, wat nu? Tips!

Een burn-out gaat niet vanzelf weer weg. Je kunt er zelf het nodige aan doen (zie de tips hieronder), maar daarnaast is het verstandig om ondersteuning te vragen van een professional. Dat kan de huisarts zijn, een psycholoog, je werkgever of de bedrijfsarts. Zij kunnen je helpen bij het verminderen van je werkdruk of tips geven om de spanning in je lijf te verminderen.

En dit kun je zelf doen, ook als je (nog) geen burn-out hebt. Daar kan je jezelf een hoop ellende mee besparen.

  • Neem de nodige rust, maar niet te veel! Helemaal niets doen verergert over het algemeen de klachten. Blijf bezig en zorg dat je leuke dingen doet, dat leidt je af van het piekeren en geeft je energie. Maak eens een lijstje met de dingen die je fijn vindt om te doen en bekijk per dag voor welk van die dingen je de energie kunt opbrengen.
  • Breng structuur aan in je leven. Ga op tijd naar bed en zet ’s ochtends je wekker. Eet en drink gezond en op vaste tijden. Een duidelijke structuur helpt bij het bestrijden van een burn-out.
  • Kom in beweging! Ga wandelen, sporten, maak desnoods je huis schoon… Want lichamelijke inspanning zorgt voor geestelijke ontspanning.
  • Waar word je blij van? En wat kost je elke keer weer energie? Hou een stressdagboekje bij en ga op zoek naar jouw energiegevers en -vreters.
  • Dat je een burn-out hebt, betekent dat je langere tijd over je eigen grenzen heen bent gegaan. Ga op zoek naar waar je grenzen liggen en wat je prioriteiten zijn. Leer jezelf wanneer je ‘ja’ zegt, en in welke gevallen je beter af bent met een duidelijke ‘nee’. Wees daarin egoïstisch en voel je er vooral niet schuldig over.