Als uw werknemer niet kan werken vanwege de Coronamaatregelen

Het Coronavirus zorgt er voor dat veel medewerkers thuis moeten werken, of thuis moeten blijven om kinderen op te vangen die niet naar school of de kinderopvang kunnen. Daarnaast stellen de huidige maatregelen dat het hele gezin thuis moet blijven, zodra er een gezinslid koorts heeft.

De enige uitzondering zijn mensen met vitale beroepen. Maar niet iedere andere baan of gezinssituatie laat thuiswerken toe. Dit stelt werkgevers voor een nieuwe uitdaging: hoe los je dit op met jouw medewerker? Een paar opties die u kunt overwegen:

Een mogelijkheid is calamiteitenverlof. Een werknemer kan het verlof opnemen als hij te maken krijgt met ‘onvoorziene omstandigheden die een onmiddellijke onderbreking van de arbeid vergen’. Dit is van toepassing in sommige situaties die de Coronacrisis momenteel veroorzaakt. Calamiteitenverlof kent geen vaste duur en de werkgever moet het loon tijdens het verlof volledig doorbetalen.

Als de functie van de medewerker thuis echt niet uit te voeren is, kun je in gezamenlijk overleg ook een vorm van ouderschapsverlof overwegen, waarbij het loon tijdelijk (deels) doorbetaald wordt.

Tot slot kan er nog naar kort- of langdurend zorgverlof als vorm worden gekeken. Bij kortdurend zorgverlof (maximaal 2 keer de wekelijkse arbeidsduur) krijgt de werknemer minimaal 70% van het loon doorbetaald. Bij langdurend zorgverlof (maximaal 6 keer de wekelijkse arbeidsduur), heeft de werknemer geen recht op loon.

Welke invulling het beste is, moet per situatie worden bekeken door zowel de belangen van de werkgever als de werknemer in acht te nemen. Dit is zeker niet eenvoudig. Indien de financiële situatie binnen uw organisatie het toelaat om vormen van verlof toe te passen waarbij u (gedeeltelijke) het loon doorbetaald, mag u van uw werknemer verwachten dat hij aannemelijk kan maken dat de arbeid echt niet vanuit huis kan worden verricht.